voor ons nog helemaal niets, tot nu toe. Wat er nog komen zal, weet ik niet. We zijn in een sobere staat wat de jongens aangaat, maar geen nood, we zullen er niet om treuren. Wie weet wat er nog eens voor ons langskomt.
Nu, van dit naar iets anders, als ik het maar niet te lang voor je maak. Dorp is op de Kenenburg en ze is er al een hele tijd. Iedereen gaat weg uit Den Haag; ik weet niet wie er niet weg is. De juffers Van Tilburg, moet je weten, daar zijn we heel dik mee. Ze brengen ons formeel bezoeken, als ze hier zijn tenminste, maar ze zijn vertrokken. Ze gaan bij Den Bosch wonen op een neutrale plaats. Ik had wel graag gezien dat ze hier gebleven waren. Het zijn lieve juffers.
Verder, wat de muziek betreft zingen we geen enkele noot. Ik zag in mijn leven zo'n jongen niet als onze Maurits. Wat ik hem ook vraag of we zo af en toe eens zouden zingen, nee, hij wil niet. Van zo'n saaie boel als het hier nu is, heeft men zijn leven niet gehoord. We maken zelfs helemaal geen geluid: je zou wel vergeten wat zingen betekende. Als hij het zou willen, zouden we uit de kleine liedboekjes wel wat zingen, maar hoe is het: als de jongen zo is, dan moet hij zo blijven. En ik heb in mijn leven niet méér zin gehad om te horen spelen of zingen dan nu, en toch hoort men niets wat op zingen kan lijken. En hiermee zeg ik je adieu, ik krijg veel slaap, het heeft al half twaalf geslagen en iedereen is naar bed en ik zou je ook wel lang ophouden met mijn geklets.
Mijnheer Hubert heeft me gezegd dat ik je toch uitdrukkelijk namens hem moest groeten.