Van Pascha tot Noah. Deel 1: Het Pascha - Leeuwendalers

[p. 508]

Register B (zaken)

Aantal personen Zie onder personen.

actueel-politieke strekking 58-60; 93-96; 99-131 (passim); 313-315; 415-417; 475 noot.

agnitio 18; 165; 444; 461-463; 495.

anonymiteit 412-413; 433 noot 1.

antithese 127; 204-205; 258-259; 269; 383-384; 386-387; 400-409 (passim); 434-435; 437; 438.

‘Beatus ille’-motief 57; 113; 126-129.

biografische interpretatie 23-25; 293-294.

Choor 53-56; 82; 399. Zie ook onder rei.

Dualiteit van goed en kwaad 383-384; 401; 405-406; 408; 410; 411; 434-435; 437-440; 444; 494.

Eenheid van handeling Zie onder handeling.

eenheid van plaats Zie onder plaats.

eenheid van tijd Zie onder tijd.

emblematisch aspect 20-23; 49; 57; 66; 82-83; 120; 129; 146-148; 159-164; 167; 177; 216; 224; 227; 238; 262; 268; 273-274; 298-302; 314; 356; 381-383; 385; 407; 440.

epische conceptie 27; 409-411; 440; 444.

exemplarische betekenis 28; 32; 159-160; 238; 262; 313; 356; 385; 407.

exemplarisch-emblematische opzet 28; 238; 262; 301.

exitus infelix 11-14; 27; 165-166; 296; 317; 398; 408; 444.

Godsbestuur Zie onder zinvolheid van het godsbestuur.

Handeling 44; 116-118; 237; 257-258; 291-292; 398-399; 404-405; 408-409.

handelingsmoment 79-80; 139; 398-399; 409.

‘herkennisse’ Zie onder agnitio.

historische realiteit 87; 179-180; 241-242; 272-274; 416; 418-419; 447-448.

Imitatio 86-87; 90-92; 123; 190-195; 289 noot 2; 374-378; 381; 485-490. Zie ook onder kerstenende imitatio.

Juxta-positie 43-44; 57; 116; 257; 258; 291-292; 398.

Karakter van de hoofdpersonen 10; 14-15; 27; 409-410; 420; 439-444.

[p. 509]

kerstenende imitatio 176; 177-178; 201-202; 206; 209-214; 218-219; 243; 275; 297-299; 312; 357; 378; 383.

klassieke tragedie 7-28 (passim); 69 noot 1; 118; 179-180; 272-274; 398; 408-409; 420; 440-441; 444; 447-448; 462-463.

koor Zie onder choor en rei.

Medelijden Zie onder schrik.

metaphysisch perspectief 51; 82; 205; 208; 216; 218; 237; 238; 262; 323; 332; 406-407.

Noodlot 110-111; 119-120; 147-148; 152-153; 168; 214; 218-219; 262; 380; 383; 384.

‘Overgangk’ Zie onder peripeteia.

Paradox 184; 218; 401; 405-406.

parallellie 58-60; 73 noot 1; 84; 130; 139; 147-148; 152-153; 158-159; 168-169; 177-178; 179; 182 noot 1; 188-190; 196-202; 204; 206; 207; 209-214; 215; 218-219; 243-257 (passim); 258-261; 262; 274-275; 277; 282; 283 noot; 285 noot; 297-299; 318-354 (passim); 357; 374-378; 379-380; 381; 385; 401; 404; 407; 411; 416; 422-423; 426 noot; 434-437; 438; 440; 448; 460; 481 noot 1 en 2.

pastorale 56; 449-495 (passim).

perioden in vondels dramatische werkzaamheid 25-28.

peripeteia 18; 23; 28; 165; 444; 461-463; 495.

personen (aantal) 180; 237; 257; 323 noot 1; 409.

petrarkisme 57; 100; 390 noot; 493-494.

plaats (eenheid van ....) 66-67; 107; 118-119; 165; 408-409; 435; 462.

politieke strekking Zie onder actueel-politieke strekking.

proloog 36; 108; 117; 181; 227; 317-318; 357; 379; 388; 399; 406-407; 421. Zie ook onder voorredenaar.

prototypie 47-48; 82; 83; 86; 271-272; 294; 299; 315-316; 318-354 (passim); 357; 379; 380-381; 385; 403-404.

psychologische karakteristiek 19-20; 269-272; 351-354; 361 noot; 368-369; 373 noot; 385.

Realiteit Zie onder historische realiteit.

rei 53-56; 82; 118; 125-129; 151-152; 237; 257; 301; 317; 379-380; 399; 408.

Zie ook onder choor.

rijmoefening 142-143; 151; 170.

Schrik en medelijden 441; 444.

‘spreeckende schilderye’ 45-46; 49; 78.

‘staetveranderinge’ Zie onder peripeteia.

symbolisch-emblematische opzet 49; 82-83; 237; 262.

symbolisch karakter 46-51; 82-83; 205; 237.

Tijd (eenheid van ....) 67-68; 107; 164-165; 290 noot 2; 316; 408; 421; 462.

titelheld tevens hoofdpersoon? 17-19; 296.

tragi-comedie 32-33; 56; 308-309.

[p. 510]

Universaliteit 15-17; 20-22; 23-24; 28; 105-107; 119-120; 127; 139-140; 159; 169; 238; 273; 301-302; 408; 494.

‘utile dulci’ 31; 34-35.

Voorredenaar 464-468.

vrijheid van de dichter 179-180; 272-274.

Waarschijnlijkheid (eis van de ..) 10; 179-180; 435.

Zinvolheid van het godsbestuur 168; 201-202; 206; 214; 218-219; 227; 228; 262; 299; 305-306; 314-315; 317; 323; 380; 384; 385.