Dichtwerken(1887)–Michaël Smiets– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 323] [p. 323] Onze vaan. 1. Heil Vaan, gij zinnebeeld Van 't lied, dat blij gekweeld Ons aller harten streelt! o Vaan, door Kunst geteeld, Ontplooi uw pracht Als englenschacht Tot vreugd! Waar gij zult gaan, Daar heerscht voortaan Rechtschapenheid en deugd. 2. Bewandel dezen grond, En voer den zangersbond, Die uwen lof verkondt, Met roem en luister rond! Dan meldt ons lied Geen zielsverdriet, Maar vreugd. Waar gij - enz. [pagina 324] [p. 324] 3. Daal, Geest der zangen, neêr Van uit de starrensfeer! Dan klinke telkens weêr Ons loflied, u ter eer! Waar gij regeert, Wordt God vereerd Met vreugd! Bij onze vaan, Daar heerscht voortaan Rechtschapenheid en deugd. Vorige Volgende