Dichtwerken
(1887)–Michaël Smiets– Auteursrecht onbekend
[pagina 311]
| |
Op Amsterdam.Ga naar voetnoot*)'t Is geen geringe vrouw, de deftige Amstelmaagd,
Die op haar burgerhoofd de Keizerskrone draagt,
En in het hecht gewricht van hare fijne vingeren
De draden van 't bestier des Oceaans voelt slingeren,
Des handels Koningin, die wereldschatten torscht,
Daar ieder burger eens gehouden werd voor vorst.
|
|