Exempel.
Job gherustet in sijne armoede als in sijn rijckdommen.
'TIs bekent, dat Job is gheweest een van de voornaemste, ende rijckste Princen van Iduméen: Niemandt oock die niet en weet, hoe hy van alle sijne rijckdommen berooft wesende, ghekomen is tot de uyterste armoede, dan heeft hy voor al de wereldt ghetuyght de gherustigheydt sijns ghemoets, als hy gheseydt heeft: Al waer 't saken dat Godt my doode, ick sal in hem hopen: Ick weet dat mijnen Verlosser leeft, ende dat ick inden uytersten dagh sal op staen, dese hope beware ick in mijnen schoot. Soo gherust was Job in sijne armoede, dat hy nerghens voor en vreesde, noch voor de doodt, noch voor de quade tonghen van sijne naeste vrienden, noch voor alle de miserien die hy moest onderstaen, want hoe min dat jemandt van goederen is beswaert, hoe min dat hy vervaert is.