[Zwentiboldus]
ZWENTIBOLDUS; of Zundebaldus, of Zundibolchus (want, volgens Buchelius, word het op veelerhande wysen geschreven) by AEmilius geheeten Vendaldus; de soon van den keiser Arnulphus, by een adelyke dochter, buiten huwelyk. Van syn vader gemaakt koning van Lottringen. Wegens syn milde giften ontrent de Geestelyken, van deselve naderhand in het getal der Heiligen gesteld. Reeds genoemde Buchelius, ad Hedae Gregor. Tert. 40 pag. u self gevende, 63 pag. een Bevestingbrief van deesen Zwentibolchus; geteekend, op den 24 Junii, 1390, het tweede syner regeeringe.
En hier mee sluit het werk. gy schristen laat u drukken;
Gaat heen: doch als gy syt voltooiten in een band,
Denk vry het salugaan als all myn andre stukken,
Wat heeft de nyd daar niet wel op gelekkertand:
Doch hou u stil; gelykde dogg, die sich laat quellen,
En hoord de kessertjes niet meerder als haar bellen.
EINDE.