Gysbrecht van Amstel een paal in de weeg te setten. Doch, A. 1268, wierd het belegerd van genoemden Gysbrecht, die, niemendal winnende, het selve verliet, en sich weder naar Abkoude begaf.
Maar, A. 1280, heeft biskop Jan van Nassau, dit slot aan Heer Gysbrecht verpand: na wiens overlyden de navolger, biskop Jan van Zirik, het selve weder poogde te lossen: Doch te vergeefs. Dus quam hy het belegeren. Maar Gysbrecht, door Heer Harmen van Woerden geholpen, sloeg deescn biskop, en drees hem ten velde uit, tot aan Amisfort.
Wat raad nu? Jan van Zirik klaagde syn leet aan graaf Floris. De graaf ging Vreêland self beleggen: evenwel de tyd hem te lang vallende, gaf hy het belegh syn veldheer over.
Ondertussen versamelden Amstel en Woerden wat sy konden, naamen 'er nachtrust te Loenen, en gingen s'morgens den belegeraar opsoeken,
Maar, deese syn magt verdeelende, bleef den eenen hoop by het belegh; maar de andere trokken de Vecht over, en den vyand dapper in de veeren sittende, naamen self Amstel en Woerden gevangen.
Naa die verwinninge wierd Vreêland bestormd; alwaarom het Aarnoud, Amstels broeder, naa eenige tegenstand, overgaf.
Deese overgaaf wierd gevolgd van een Vrede, tussen den graaf, den biskop, en Gysbrecht van Amstels die, te Loenen, een verbond ingingen, den 28 Octob. A. 1285.
A. 1340, verpande biskop Jan van Diest dit kasteel aan de graaf van Holland: maar, A. 1354, wierd het weder afgelost; en door vrouw Margriet den biskop ter hand gesteld.
Maar, A. 1371, rees 'er een geschil tussen Albert, ruwaard van Holland, en biskop Jan van Hoorn: ever Vreêland, en haar aflossinge.
Wederom, in het selfde jaar, wanneer gemelde Albert weigerde van de Uitersse het geld te ontfangen; soo quam de biskop tegens de Hollanders te velde, verbrande de voorstad van Woerden, en verwoeste Kroonenburg.
Niettemin, A. 1374, quam Vreêland weder aan den ruwaard, door Assuerus, of Sweer, van Abkoude, soon van