[Voorbeelden]
VOORBEELDEN; waarom soo wel niet in onse Land-Chronykken, als in die van de Grieken of Romeinen, aan te merken, en by malkaêr te versamelen? heeft Valerius Maximus de Deugden en Misdryven deeser beide in seekere Hoofdstukken gebracht? heeft Balthasar Exnerus van Hirsberge, in de saaken onser eeuwen, schryvende de Valerius Maximus Christianus, hem naagevolgd? laat ik, genegene Leeser, self in deese Schatkamer, een staaltje slechts van onse Voorbeelden u ter hand stellen.
1. | Dapperheid. Harmen de Ruiter, Loevestein verdedigende. 211 bl. |
2. | Manninnen. Helena, moeder van Dodo de II, de 7de Heer van Egmond. 80 en 133 bl. |
3. | Huwelykstrouw. De vrouw der slotvoogds van Oud-Haarlem. 126 bl. |
4. | Rampsaligheid. Vrouw Jakoba, in alles ongelukkigh. 152 bl. |
5. | Woordhouding. Albert Beiling, te Schoonhoven, een tweede Regulus. 311 bl. |
6. | Ondankbaare Kinderen. Adolf van Gelder, syn vader vangende en opsluitende. 48 en 165 bl. |
7. | Broedertwist. Diderik de VI, en swarte Floris. 60 bl. |
8. | Wraaklust. Gerrit van Velsen, doorsteekende graaf Floris den V. 91 bl. |
9. | Twiststooken. Karel, naamaals de Stoute, verdacht gemaakt, by Philipp syn vader. 164 en 178 bl. |
10. | Dankbaarheid. De oyevaar, nestelende op de Abdykerk van Egmond. 78 bl. |
11. | Minnenyd of jaloersheid. De graaf van Klermond, arg-waanende van graaf Floris de IV. 88 bl. |
Ik heb van een staaltje gesegt, en sie daar! ik gaa voort.