[Thusii]
THUSII; volkeren (noemse geen Staurii, van welke boven, 323 bl.) heden in de zee weghgesonken. Junius, Batav. 3 cap 65 pag.
Sy worden geset niet verr van Huisduinen; soo dat die nu verdronkene landstreek is geheeten het Thuisenland: ‘ja sy strekte self tot aan Medenblik, alwaar noch een dorpjen Opper-Toes word gesegt. Van Royen, over Versteges 2 H. 33 bl.