[Sikambers]
SIKAMBERS; niet sonder oordeel, van Van Leeuwen genoemd de Suid-Cimbers. Batav. 30, 40 en 91 bl.
Sy worden van Slichtenhorst (Gelders. G. 1 B. 16 bl.) geset by Siegburg aan het stroomtje de Roer, in het Land van der Mark. Siet den selven ook, 3 B. 27 bl. alwaar hy aantoond dat de Franken, van oorspronk eigentlyk Duitsers syn geweest.
De H. Remigius, segt hy, te Rheims, de Fransse koning Klodoveus sullende doopen, sprak hem aan, met deese woorden: Mitis depone colla, Sicamber! Dat is; Gy, Sicamber, buig uw hoofd demoedigh neder. Dit heeft ook Junius, Batav. 9 cap 167 pag.
Van de Sikambers gewaagt mede Sidonius, 7 carm. Avito aug 13 carm. ad imp. Majorianum; en weder, 23 carm. ad Consentium.