Ik vind het afgebeeld door C. Elands; geplaatst in de Beschryv. van s'Gravenhage, door Van der Does, en door P. Schenk, in XIV Gesichten, soo van vooren als van achteren en aan weersyden. Doch ook self op de Gedenkmunten van de gemelde Vredehandelinge.
Hier moeten de waanwyse en letterloose Stempelsnyers een veegh hebben; soo wegens het onbesuisd opproppen in hunne ordinantien of schikkingen, als wegens de buitenspoorige krachteloosheid der epigraphen en opschriften.
Sier alleenlyk maar die geene, welke, ter gelegenheid van deese Vrede, syn in het licht gebracht. Hoe verre syn sy van de Griekse en Roomsse eenvoudigheid afgeweeken! Dus is dit ook de reden, dat my geene beter gevalt, als die de Romeinen of geheel of ten deelen is ontleend. Eene slechts strekke my tot een voorbeeld. Op deese ontmoeten my twee vroutjes, de Vrede en Overvloed, tussen 2 altaaren, de hand malkanderen gevende. 't Byschrift. FELIX TEMPORUM REPARATIO. Gelukkige herstellinge der tyden. Haar ruggestuk vertoond me eenvoudelyk de kleene tempel van Janus (uit een kopere Penning van den keiser Nero gehaald) nevens het selve opschrift: PACE TERRA MARIQUE PARTA IANUM CLUSIT. beneden. ciƆiƆxcvii. Hy sloot de tempel van Janus, de vrede, te water en te lande, synde verworven; 1697.
Set hier nu eens nevens de Tempel van Janus, met soo veel a la mode gekleede poppetjes omheind! Doch hier af elders wat ruymer; en omstandiger ontrent honderd onnosel uitgevondene voorbeelden.