[Purmerent]
PURMERENT, van welke stad aldus de Hr. Huygens:
Hoe oud en ben ik niet, die 't selver niet en weet?
Hoe weet ik 't, die, soo jong, soo menigh meester fleet?
Sint Eggarts dikke beurs den jongen Vorst verbonde,
Die, my tot dankbaarheid, het hooge Huis vergonde.
Maar dubbel was de gonst, al was sy 't by geval,
Van die myn woningen besloten in een wal;
Met wierd ik Stad genoemt, met heb ik stad gegrepen
In 's vaderlands bewint; daar seg ik, onbegrepen
Of ja, wanneer 't my lust, of, als ik weiger, neen.
Wat schaad myn kleinigheid? de grootste syn maar een.
Is gelegen in Waterland, nevens het uitgedroogde meer, de Purmer; maakende een driehoek met Edam en Monikedam.
Sie van { het Purmermeer, 73 bl. |
Sie van { Edam, 73 bl. |
Sie van { Monikedam, 234 bl. |
Graaf Willem de VI maakte syn gunsteling, Willem Eggart (een Waterlander, woonende te Amsteldam, in den Bril, tegen over de Waagh) schat- en hofmeester deeser landen, hem te gelyk begiftigende, met een leen; te weeten, met de heerlykheid vat Purmerend, nevens de dorpen, Nek en Ilpendam.
Dus heeft gemelde Eggart, ontrent A. 1410, ten Westen van de stad een slot geboud, geheeten Purmerstein. Boxhorn. Stedeb. 371 bl. Goudhoeve, 94 bl. Junius, Batav. 17 cap. 503 pag. Vronens Op- en Onderg. 4 B. 235 bl. Van Royen, 177 bl.
Na de dood van Willem Eggart, op het slot, 2 dagen naa de dood van syn weldoender, gr. Willem, overleden, was hier Heer, syn soon Jan Eggart, die, naar Vlaanderen trek-