[Oosterwyk]
OOSTERWYK; in het Sticht, ontrent Heukelom; weleer geheeten Eterwyk. Junius, Batav. 17 cap. 510 bl.
Was, voor eenige honderd jaaren, onder het besit van de Heeren van Arkel; die ook de bynaam van Oosterwyk hebben gevoerd. Slichtenhorst, Gelder. G. 8 B. 194 bl. doch naderhand behoorende aan het stamhuys van Haarlaar; naderhand aan den Hr. Splinter van Hargen; laater, aan Jonkh. van Malsem, heer van Tilborg, &c. noch laater, aan Jonkh. Willem Van Lier, heer van Oosterwyk, ambachtsheer van Berkenswoude, &c. ambassadeur in Vrankryk, &c.
Het is, even soowel als dat van Kennemerland, onder de Stamhuysen van Roeland Rochman.