[Naamreden]
NAAMREDEN; ontrent sommige steden en volkeren, seer dikwyls onnosel, en ten eenemaal bespottelyk. Let alleen op deese weinige staaltjes.
I. Arkel; van Herkules, quansuis het hoofd van dit edel stamhuis. Boven, 20 bl.
II. Braband; van Salvius Brabo, krygsgenoot van den wydberoemden Romein, Kajus Julius Caesar. Jak. Aartz Kolom, in de Vuirige Kolom, 1 bl.
III. Britanje, quansuis anders Brutanje; naar een gevondene koning Brutus. Cambdeni Compendium, 12 pag. &c.
IV. Dania of Deenmarken; van Dan, eene der 12 soonen van den artsvader Jakob.
V. Engeland, of beter Angulland; naar eenen koning Angull, Humbaltssoon.
VI. Frankryk; naar Francio, de soon van den Trojaanssen Hektor. O onbeschaamde monike praat! Boven, 92 bl.
VII. Friesland; naar Fryx of een Phrygiaan, uit Asia herwaars overgevlogen. Boven, 95 bl.
VIII. Groningen, of anders Gruningen; naar Gruno, mede een opgeraapten Trojaan, uit Asie overgekomen. Boven, 115 bl.
IX. Haarlem, anders Heerlem; naar jongkheer Lem, een Fries. Boven, 123 en 202 bl.
X. Juliacum, of Gulik; naar reedsgenoemden krygsoverste, Julius Caesar.
XI. Ist, in Friesland; van Ilium, anders gesegt Troje, van koning Ilus geboud. Boven, 156 bl.