[Maximiliaan]
MAXIMILIAAN; de soon van keiser Frederik de III. Troude, binnen Gent, A. 1477, met een ongemeene pracht, Maria, de dochter van Karel den Stouten. Goudhoeve, 512 bl. siet het aangeteekende, boven, 219 bl.
Overleed, nu keiser synde, te Wels, in Opper-Oostenryk, A. 1519, sevenendertigh jaaren naar syn lieve Maria. Goudhoeve, 579 bl.
A. 1478, won hy, by de selve Philippus de Schoone; van welke, beneden, in de letter P.
A. 1480, kreegh hy by haar Margareta. Haraeus, apud Scriverium, in Com. Majorib.
Deese was namaals de vrouw van Karel de VIII, kon. van Vrankryk; maar toen Maximiliaan syn tweede bruid liet haalen uit Engeland, soo heeft Karel deese met geweld genoomen en getroud, Margrietje den keiser weder oversendende. Chanler, Chron. 301 bl. waar op Maximiliaan Blanka Maria van Milanen inhaalde. Kemp Arkel, 413 bl.