[Marten van Rossum]
MARTEN van ROSSUM; van geboorte een Geldersman; een keiserlyk veldheer; manhastig en spitsvinning; doch naar de wetten des oorlogs weinigh luisterende; altyd met de toorts in de vuist; gelovende dat het branden was het meeste verciersel van den oorlogh. Overleed, A. 1555. Siet syne bedryven, beneden op Rossum, in de letter R.