[Manpad]
't Huys te MANPAD; een vernieuwd Heeren landhuys, (heden beseten door den Hr. van Goor) buiten Haarlem, by den derden brugh van den Leidssen vaart.
De oorsprong van deese naam ontmoet my by Scriverius, in gr. Jan de II. 306 bl. verhaalende, hoe Hr. Witte van Haamstee, met syn Waterlanders en Kermers, West- en Oost-Friesen, naar Haarlem optrok, om de Vlamingen uit Noord Holland te verdryven; hoe hem, ontrent Hillegom, de president van Vlaanderen met syn onderhebbende quam tegentrekken; hoe aldaar een heet treffen geschiede, en eindlyk hoe de Vlamingen de neerlaag kregen, ontrent de plaats, naar de groote manslacht, nu geheeten het Mannepad. Wil ik nu Goudhoeves woorden (want soo doen de meeste, om groote boeken te maaken, de eigene woorden van 10 of 12 Schryvers gebruikende) 358 bl. hier achter voegen? Neen, ik salme alleen van Ampzing bedienen, wiens woorden deese, Haarl. 312 bl.
Hier tussen komt ons volk in grooter ylen rekken,
Met Witt, hun opperhoofd, den vyand tegentrekken:
Soo doet ons burger meê, van hunne komst bericht,
En treên, de duinkant heen, den vyand in 't gesicht,