[Maas]
MAAS; deese rievier neemt syn aanvang in Lottringen, op de paalen van Langrès, uit den bergh Vogesus, by Montigny, niet verre van de beginselen van de Saone en de Marne. Kluverius, Rhynm. 1 D. 78 bl.
By S. Thibout bevaarbaar, streeft hy verby Verdun, Mousson, Masieres, &c. Namen; alwaar hy de Sambre inneemt.
Deese doet syn loop verwakkeren langs Huy, Luik, en Maastricht. Hier scheid by Gelderland en Kleef van Braband; gaande naar Stochem, boven en beneden Keiserswaart. Soo naar Roermonde, Venloo, &c.
By de Voorneschans vermengt hy sich met de Waal, doch weder afscheidende, maakt hy, met deese, de Bommelerwaart.
Dus, onder Loevestein, weder vereenigd, golft hy verby Workom en Gornichem. Krygt de naam van de Merwe; doch verby Dordrecht, ontrent Ysselmonde, is hy weder de Maase.
Soo rolt hy weder voort, verby Rotterdam, Vlardingen, den Briel en stort sich allenskens in den Noorder Oceaan. Dus beschryven de Maase, Slichtenhorst, Gelders. G. 1 B. 10 bl. Junius, 101, 113 en 616 bl. Oudenhove, Dordr. 31 bl. Guicciardin. Belg. 1 Part. 22 pag. Heuterus, Belg. Veter. 12 cap. 36 pag.
Maar, is hy, in Neerlands benedenste deelen niet wel eens van loop veranderd? Ja, gewisselyk en sonder tegenspreeken;