['t Huys te Kleef]
't HUYS te KLEEF, gelegen in Kennemerland, buiten Haarlem, ter rechter syde van een wegh, de Kleverlaan geheeten, gaande naar Bloemendaal.
A. 1696, den 10 August. synde op Hoogewoerd (waar af boven 142 bl.) ging ik eens dit slot beschouwen, in deese brokken slechts bestaande:
I. Een stuk van een hooge tooren; in welke noch is te sien de trappen, wel beneden afgebrooken, doch boven noch in 'er geheel en u over het hoofd hangende.
II. Een driekante brok muirs; siende de eene syde naar den wegh en de andere naar Bloemendaal.
III. Eindlyk twee scharpe en smalle brokkelingen, tussen de twee groote ruiinen nu noch overeind staande.
A. 1573, was het noch in haar geheel; als wanneer Don Frederico, nevens de gr. van Bossu, in het belegh van Haarlem sich op het selve onthielden. Ampzing, Haarlem, 181 bl. doch het is ook, in die tyd, van de woedende Spanjaarden omvergeworpen. Deselve Ampzing, 90 bl.
De stichter was Willem Kuser, de hofmeester van Margriete van Kleef, weduwe van hertogh Albrecht van Beyere, de 26ste gr. van Holland; van welken boven, 10 bl.
Ik seg, Willem Kuser; en wel ontrent A. 1392: ten waare gy de stichting vroeger woud hebben, naamlyk van Alyt van Kleef, de huysvrouw, van Didrik de VII, de 14 gr. van Holland, van welken ook, 61 bl.