de Duitsse. G. Brand, over Batoos Vertoningen, 418 bl. Makrobius seer qualyk aanhaalende, behalven Goudhoeve, &c.
Doch over deese stoffe sult gy een sendbrief vinden, in gemelde Naamroll, 407 bl. waar in Brand word tegengesprooken, met een valsse plaats uit Makrobius, deese saak soo gerust verseekerende.
Ondertussen sou ik op deese wyse redenkavelen. Een kat was het sinnebeeld der vrye Duitssen. Duitssen syn ook onder andere Hessen. Hessen en Katten is weer een volk. Nu is 'er, onder myn landslieden, een oud kinderlietje, hebbende ook deese woorden: dan komt de vuile hesse, met haar bonte blesse, &c. Sie, hoe hier een kat heet hesse; mogelyk uit de overlevering, dat de kat het wapenteeken is der Hessen. Dit uit een avondpraatje, met den Hr. Proff. Perizonius, voor eenigen tyd, te Leiden, hem besoekende.