[Huinen]
HUINEN; doch verstaa geen Hunnen, alsoo wy wat anders meenen, de Hunnen liever afwysende naar Hungaryen.
Die van Drenthe, Overyssel, en Gelderland geloven, dat de Huinen, seeker groot en grof volk, by haar en op de Veluwe, ontrent Nimmegen, eertyds haare woonplaatsen hebben gehad. Bewys. De teekenen van de benaaminge syn gebleven in het buirschap Huinen, achter Nykerk; de Huine schanssen by Doorewaart; de Huinestein en Huinerberg. Slichtenhorst, Gelders. G. 1 B. 103 en 111 bl. en weder, 5 B. 48 bl.
Pikkart, Drents. Oudh. 27 bl. meent deese lieden sterke reusen te syn geweest, en noemt, naar haar naam, die groote Steenhoopen (van welke, boven, 136 bl. en beneden, in de letter S.) Huinebedden, of Huinebergen. Sie hem, 32 bl.