[Horst]
HORST; het Huys ter Horst, was niet verre van Rheenen gelegen, binnen haare vryheid, ontrent de Veenendaalsse Veenen.
Was prachtigh en van een grooten omtrek, door biskop, Govert van Rheenen, A. 1178 geboud. Doch de Geldersse vorsten hebben, tot spyt des Biskopsse, een ander slot, hoewel van mindere grootte en sterkte, daar tegen overgeset, met de bynaam, Tart-Horst. Slichtenhorst, Gelders. Gesch. 1 B. 104 bl. en weder, 6 B. 79 bl. ook spreekende van Woerden, Montfort en Vollenhoe; alle, door genoemden biskop, tegens syne vyanden, de Hollanders, Gelderssen en Friesen, gesticht.
Is naderhand afgebroken, om daar mede de muiren van Rheenen te viernieuwen; te weeten, A. 1528. Goudhoeve, 406 bl. Henrikje van Erp, abdisse van het Vrouwe klooster te Uitrecht, by Matheus, Analector. I Tom. 161 bl.