[Honingen]
HONINGEN; anders Kralingen, aan 3 verscheidene hoeken van Rochman uitgeteekend, was wel eer een schoon Huys, seer sterk van torens en muiren, in een moerige grond, buiten Rotterdam gelegen. Junius, Batav. 490 en 517 bl. De Handvest Chron. 1 D. 135 bl.
Is, heden niet anders als een vervallen ruiin, met swaare toorens. Goudhoeve, 83 bl. Ontrent A. 1573, self door de Roterdammers ten deelen afgebrooken, op dat de Spanjaarden daar in niet souden nestelen. Van Spaan, Rotterd. 427 bl.