weesen, trok weder naar Beyere, voor een jaarlykse uitkeeringe, het regeeren aan Willem, haar oudste soon, overdragende. Beschryv. van Amsteld. 6 D. 125 bl.
Maar, als deese Willem, in syn oorlogstogten tegens den biskop, Jan van Arkel, ongelukkig was, en, de stad Oudewater, en weder, by Schoonhoven, een veldslagh verliesende, het beloofde geld niet kon opbrengen; soo quam vrouw Margriet weêr naar beneden, versliet haare soon, ging self aan het roer. Balen, Dordrechts Beschryv. 739, 740 en 741 bl.
Ondertussen regeerde sy met sulk een slappigheid, dat veele edelen en steden de soon weder toevielen, en, nevens hem, de moeder te keer gingen. Oudenhove, Dordr. Beschryv. 496, 497 en 498 bl.
Voorts verschilden deese partyschappen niet alleenlyk in naam (die van de moeder de Hoeksse en die van de soon de Kabeljaewsse wordende genoemd) maar ook in het gewaad; de Hoeksse roode, maar de Kabeljaewsse aschgrauwe bonnetten dragende. Heemskerk, over syn Arkad. 200 bl.
Nu waaren am de syde van vrouw Margriet; de Heeren Duyvenvoorde, Brederode, Polanen, Binkhorst, Riede, Hoekhorst, Heemstede, Oudshoorn, Raaphorst, Poelgeest, Meerestein, &c.
Maar Willems aanhangelingen, Jan van Arkel, de Egmonden, Persyn, Wateringe, Heemskerk en meer andere; nevens de steden, Dort, Haarlem, Delf, Leiden, Amsteldam, Alkmaar, Medenblik, Oudewater, Geertruydenberg, Schiedam en Rotterdam. Goudhoeve, 385 bl. behalven Oudenhove, &c.
Eindlyk, deese verdeelinge duirde, met groote bitterheid, aan beide syden, 140 jaaren, te weeten van A. 1350 tot ontrent A. 1500; binnen welken tyd veele steden syn ingenoomen, veele sloten syn om ver geworpen, en veel bloeds is vergooten: gelyk sulks by de Schryvers breder kan worden naargesien; als daar syn: Orlers, Leidens Beschryv. 2 D. 407 bl. Van Leeuwen, Leid. Beschr. 176 en 191 bl. Wachtendorp, Rymchron. 7 B. Buchelius, in Hedam, 353 pag. Van Spaan, Rotterd. 93 bl. Scotanus, Friesse G. 184 bl. J.v. Leiden, de Origin. & Gest. Brederod. 32 cap. by Matheus, Analector. II Tom. 325 pag. en noch verscheidene andere.
Doch ik heb echter noch 2 saaklykheden, by Scriverius, in syn Toetssteen over den Gouwenaar, aangemerkt.