Deese trok dan met haar op. Nam het slot Vrêeland wegh. Vermeesterde de stad Uitrecht. Scriverius, by Goudhoeve, 326 bl.
A. 1272, quam Floris, ontrent 17 jaaren oud, aan het graaflyk landbestier. Syn eerste werk was de wraak over syns vaders omkomen. Hy gaat te velde. Bevecht de Friesen ontrent Alkmaar. Krygt de nêerlaag. Hervat de stryd, op de Geest, en verwint. De Gouwenaar, 68 bl.
Ook is hy de eerste, die sich onder de Hollanderen heeft geschreven, graaf van Zeeland; met Beatrix, de dochter des graafs van Flaandere, ten huwlyk krygende de Zeeuwsse eilanden.
Daar en boven is hy de allereerste der Graven, die de Friesen volkomentlyk overheerd; de selve van A. 1282 tot 1285 beoorlogende.
Voorts dwong hy de gevangene, Gysbrecht van Amstel tot vrede, naa 't bemagtigen van Vrêeland (dat biskop Jan van Nassau aan Amstel had verpand) doch op bittere voorwaarden. Hoor Gysbrecht daarover klagen, by Vondel, in dat wêergaaloose Treurspel, ontrent het begin:
Wy streden om de staf, tot datse my en Woerden
Aan wêersy van syn paard, tot een triomse voerden
In Uitrecht, met veel smaads, van ieder aangehoord.
Men heeft my 't Vrêelands slot ontweldigd, hem Montfoort.
'K beken het slot was my met voorwaarde opgedragen;
Maar nergens om geboud, als om myn land te plagen.
'K heb 's graven vangenis wel seven jaaren lang
Besuurd, en Swanenburg noch afgestaan door dwang,
Myn erf in leen verkeerd en manschap moeten sweeren,
Daar ik eerst God alleen en anders geene heeren
Oit kende in myn gebied, noch rekeninge gaf.
Hy trok naar Schotland, meenende recht op de kroon te hebben, wegens gr. Floris de III, ontrent voor honderd jaaren met een Schotse princes getroud. Doch hy liet sich aldaar met geld afsetten; gelyk dit Vondel ook aanroerd in de boven aangetogene rouwklacht van Amstel.
Hy verviel in den haat van den Hollandssen en Zeenssen adel. Wierd gevangen. Onder voorwaarde vrygelaaten. Brak syn gegeven woord. Sloot een heimlyk verbond met den Franssen koning. En dit alles verwekte een swaare verbittering.