Maar hier vocht me lyf om lyf, in een besloten perk, niet sonder toestel en voorbereidingen, om een goede saak te verdedigen en een vals opgenoomene vry te pleiten.
Niet, gelyk heden, het lichtgeraakt adeldom, om een gering en somwylen qualyk begrepen smaad-woord. Parivall, Vermaak van Holl. 206 en 207 bl.
Ondertussen vind ik hier gelegenheid om u noch eenige bysonderheden, ontrent dit vechten, uit Alkemade, toe te voegen. Als;
1. Dat de krytwaarder, dat is, de bode of's gravendienaar, met kryt, het Kampveld omtrok, en daarom de vechtplaats het Kryt somwylen word genoemd. 217 bl.
2. Dat het kampveld met riemen of lange seelen, van leer, of met touwen dikwyls was afgebakend. 217 bl.
3. Dat het vaste Kampveld, vechtbodem of krythoeve, was in 's Gravenhage op de Kneuterdyk; te Leiden, ontrent. S. Pieters kerk; te Delff, ontrent het Noord-westen, beneden aan de wal; en selver te Egmond, tussen de kerk en het dorp. 113 bl.
4. Dat de klager eerst in de vechtplaatse trat; dat de wapenen gemeenlyk bestonden in een swaard, of ook wel in een beukelaar en kleppel; dat se bloots-hoofds en bloots-beens, in een linnen of leeren overtreksel, met handschoenen vochten, &c, &c. 158 en 160 bl.
5. Eindlyk, dat deese gewapende rechtspleginge wierde geheeten kampfwik, werdink of wehading. 39 bl.