Schatkamer der Nederlandsse oudheden. Of woordenboek, behelsende Nederlands steden en dorpen, kasteelen, sloten en heeren huysen, oude volkeren, rievieren, vermaarde luyden in staat en oorlogh, oudheden, gewoontens en lands wysen
(1711)–Ludolph Smids– Auteursrechtvrij
[pagina 33]
| |
lib. 25 cap. behalven Herodotus, Xenofon, Atheneus en Suidas. Weder, Tacitus, Germ. 23 H. by Slichtenhorst, Geld. G. 5 bl. Junius, Batav. 357 pag. en sie mede Kirchmayer, over gemelde plaats van Tacitus. Boxhorn. over een plaats van Florus (2. B. 18 H.) in een brief aan Nic. Blankard. Epistolar. 219 pag. Dit heeft W. vander Velde, in syn Hoftapyt (6 bl.) ook waargenoomen, spreekende van het gastmaal van Civilis, in een heiligh offerwoud:
Daar hielt men hoogen raad des lands en in't beslechten
Der saaken, vreugdendisch, met ouden eeuwgerechten.
Een eigen drank gemaakt, geen versgewassen wyn,
Maar water, opgekookt met graan, dêe vrolyk syn.
Voorts word deese drank der Duitsers en, gelyk ik seg, verdere Noorder volkeren, by Reinesius (Variar. 3 lib. 1 cap.) uit een Oud Geschrift, geheeten brasium: gelyk Scaliger deselve birra is heetende; de Subtil. 87 Exercit. gelyk sekere Onbekende, by Jan van Leiden, Chron. 1 D. 11 H. het drinken noemt braxare. |
|