[Amisfort]
AMISFORT; of liever Emisfoort, op den Eem (mogelyk een Rhynsprankel) uit de Veluwe komende en vallende in de soo genoemde Suyder-Zee.
Onder deese stad hebt gy
Het Huys te Eem. } |
van welke beneden, in |
{ E. |
Rambroek. } |
van welke beneden, in |
{ R. |
Heiligenbergh. } |
van welke beneden, in |
{ H. |
Wat nu haar self aangaat, sy is de tweede van het Sticht van Uitrecht; in de Jaarboeken al bekend ontrent A. 1006, hoe wel echter de bouwer en de tyd van de bouwinge blyven onbekend. Reisboek door de Vereenigde Provincien, 240. bl.
Leê mede veel oorlogsrampen; met de wapenen synde aangetast, A. 1280, &c. door de Hollanderen. A. 1417. &c. door de Geldersse, en A. 1280, &c. door de Uitersse Biskoppen, A. 1543. door Marten van Rossum: door de keisersse, onder Monte-kukuli. A. 1629. en door de H.H. Staaten Generaal. A. 1572. Theodor. Verhoeven, een schoolmeester uit de Grave; nevens een Ongenoemden, in hunne Amisfortsse Aanteekeningen: beide uitgegeven door gemelden, waar wegens syn nutte arbeidsaamheid nooit genoegh geroemden, Heer Anton. Matheus, Prof. &c. behalven Junius, Batav. 233 bl. en Guicciardyn, nevens syn Vermeerderaar, XVII. Provincien, 206 bl. doch haar lof moet gy opsoeken in den Amersfoorder Nachtegaal; om nu niet te reppen van het voortreffelyk Gedicht van Laurens Baak, Heer van Wulverhorst, of het Amersfortsse Tempe van J. Bremer. C.F.