Schatkamer der Nederlandsse oudheden. Of woordenboek, behelsende Nederlands steden en dorpen, kasteelen, sloten en heeren huysen, oude volkeren, rievieren, vermaarde luyden in staat en oorlogh, oudheden, gewoontens en lands wysen
(1711)–Ludolph Smids– Auteursrechtvrij
[pagina 15]
| |
rius, in IV. 58. bl. Junius, Batav. 517. bl. Men ziet 'er af twee gezichten onder die van Rochman. Ondertussen Ameide beschouwende, door die van Uitrecht, een ontmantelde stad en een open vlek geworden, A. 1547; so vallen my dese regelen in, uit het 15 B. der Gestaltverwisselingen van Ovidius, volgens Vondels oversettinge:
So sienwe tyden van hun streeken staag verdwaalen;
De volken klimmen en opkoomen; wederom
Neêrdaalen. So was Troje een magtig koningdom,
En storte so veel bloeds, ten tyd van vyfpaar jaaren,
Nu ligt het plat, en, in een puinhoop heen gevaaren,
Vertoond, in steê van schat, alleen der oud'ren graf.
Micene en Sparte, groot van fame, namen af,
Voorheene groote steên; ook Cekrops stad, Athenen,
Amfions Thebe, Sparte is heel en al verdweenen,
En nu een effen veld. Micene ligt ter neêr.
Wat 's Edips Thebe? een klucht, een fabel en niets meer.
Voorts is Ameide (siet het in de Kaart, tegen over Jaarsveld, by Thienhoven) bekend by Hortensius, Uitregtse Saak. 3. B. 145. bl. Het word van Goudhoeve, (78. bl.) geheeten het Huis te Haarlaar, ontrent A. 1312. te weeten, dit synde syn tweede naam, volgens Paul. Voet. Oorsprong der Brederoden, 149. bl. Sie verder, Boxhorn. Stedeb. 94. bl. bovengenoemde Oudenhove, ook 412. bl. Meurs, XVII. Provinc. 455. bl. Eindelyk weete men, dat Haarlaar ook is een oud Kasteel in Braband, ontrent s'Hertogenbosch; so dat de Heeren van Haarlaar, Heeren van dit Huis ter Meide, en van oorsprong Brabanders, syn geweest. Wat meer? het is onder deese Heeren aldereerst een leen geworden; nademaal A. 1312, Dirk van Haarlaar, knape, dit Slot te leen ontfing van Guido, de 42ste bisschop van Uitrecht, na dat hy te vooren het selve gemelden bisschop had opgedragen. Oudenhove, Suid-Holl. 366. bl. |
|