[Alyt van Poelgeest]
ALYT van Poelgeest, een edele Dochter, schoon en verstandigh, de bysit van den ouden graaf Albert; A. 1392, in den Hage, nevens den hofmeester, Willem Kuser, die haar wilde beschermen, by nacht vermoord. Jan van Leiden, Brederod. 38. H. by Ant. Mathëus, 2 Tom. 333. bl. Wachtendorp. Rym Chron. 7. B. met deese woorden:
Aletta, jonge maagd, van Poelgeest edel Joffer,
Des hertogs eigen vreugd, en lekkernys schatkoffer,
Werd in des Gravenhaag vermoord en omgebracht,
Daar ook des Kusers Soon, Wilm Kuser, werd verkracht,
Is oorsaak van de vlucht van veele vrome Heeren, &c.
De plaats van het ombrengen, op het Buiten-Hof, by de Gevangen-poort, wierd naderhand met een blaauw steentje geteekend. Goudhoeve, 405. bl. Kemp, Gorkom, 130. bl.
De oorsaak van deese moord was Heer Jan van Arkel, die de vader tegens syn kind ophitste: 't geen ook was de val van dit doorluchtig Stamhuys. Deselve Kemp, 130. bl. Terwyl echter eindlyk de goede graaf Albert en Willem syn soon weder syn versoend. Soeteboom, in syn Soetstemmende Swaan, 93. bl. Scotanus, Friesse Gesch. 196. en 215. bl. Bekaas vervolg, op A. 1392.
Doch, ik sou wel de reden van dit ombrengen vergeeten. Dat vriendlyke Aaltje, besittende het hert van haar meester, bestierde ten hove alles tot haarer vrienden voordeel. Dit ontstak de haat veeler Edelen, en self gemelde Willem. Siet, voor alle andere, Alkemade, in de bedryven van graaf Albrecht.