Gallerije ofte proef van syne dichtoeffeningen

[p. 41]

28. Salomone, tusschen haar 7 soonen, voor Antiochus:

fortis animus omnium mentes ferit. Sen. Troad.

AAnschouwers! geeft u't beeld van deese SALOMONE,

Met haar standvastigheyd, niet eenen neep in't hert?

En suchtge niet wel om het braaden van haar soonen,

Schoon sy geen blykken geeft ook vande minste smert?

Ah! ja; dit schouwspel moet u treffen en beweegen.

Een moeder⁺ wraakt de rol van moeder; de natuur

Verliest; de Godsdienst wint, en houd in haar de zeege:

Sy tart Antiochus⁺, de braadpan⁺, pot, en vuur;

Getroost om liever in de selve vlam te sterven,
Als het geselschap van die Sevenster te derven.

+ Diergelijken strijd merkt Ovidius aan (behalven in Agamemnon, gedwongen sijnde om Iphigenie, sijn dochter, op het slachtaltaar te brengen. 12 en 13 B. Hersch.) inde boose Althaea, haar broeders wreekende, en haar soon ombrengende, aldus: pugnat materque, sororque, Et divisa trahunt unum duo nomina pectus. 8 B. Hersch.

+ Siet het 2. B. der Machabeen. cap. 7.

+ Siet Le Moynes beeld, ende die van Ian Luyken inde spiegel der Sibyllen van I. A.