Gallerije ofte proef van syne dichtoeffeningen
(1685)–Ludolph Smids– Auteursrechtvrij
[pagina 37]
| |
25. Camma, sich wreekende op de moordenaar haares Mans:pulchra ô solatia lethi! Stat. 9. Theb. Sy spreekt:
IS Sinorix, door't gif, den hert a'er afgebroken?
Mijn siel! 'tis dan wel tijd, dat ik u glippen laat.
Sinatus is nu, door sijn weduwe, gewrooken,
Terwijls', in schijn van Bruid, voor 't brandend' alterGa naar eindnoot+ staat;
En haaren Bruidegom de trouw schijnt toe te drinken.
Amy! 't venijn krabtGa naar eindnoot+ aan mijn borst, en snijd niet door.
Wat mard de Dood? sy komt. ik voel haar nedersincken,
En't hert toewringen:k'most mijn vreugd sien eer ik smoor.
Schiet toe, staat juffers! stut uw stortende Vorstinne,
Die, met Sinatus sterft, in onverbreekbre' minne.
|
|