Bruylofts-kost
(ca. 1645)–J. Smeerbol– AuteursrechtvrijBestaande in verscheyden zedighe en boertighe echts-gezangen, drink-liedjens, raadselen, rondeelen, lever-rijmpjens, en andere snakerijtjens, voor d'Aemsteldamsche jeughd opgeschaft
[pagina 32]
| |
Huw'lix voor-spook.
Ga naar voetnoota CYbele was nu korts op 't uiterste bevrucht,
Zy braakte wee by wee, noch quamze tot geen baren:
Ga naar voetnootb Heur pijn vermeerderde; dies wrongh zy heure hairen,
En kreet staag kreet op kreet, en loosde zucht op zucht.
Ga naar voetnootc Heur liefste dochter sloeg heur oogen naar de lucht,
Ga naar voetnootd En boog voor 't hailigdom, daar zy, terwijl d'autaren,
Met Mirh en Wierook, het verzoenlam, voor de scharen
Der Priesteren verslon, heur Oom bad, die, ter vlucht
Ga naar voetnoote Een Vroemoer by'er zond: hier ging geen tijd verlooren;
De kraakstoel stond gereed, men vond al datmen zocht,
Cybeel heeft, tot een dracht, tien Docht'ren voort gebrocht.
| |
[pagina 33]
| |
Dit wonder vloog terstont in meer dan duizend oren.
Ga naar voetnootf De zoon gaf 't kindermaal: toen wierd de vreugd zoo groot,
Ga naar voetnootg Dat uit het kraamkandeel een grote bruiloft sproot.
|