Alie van Wijhe-Smeding. †
Alie van Wijhe-Smeding werd 17 Juli 1890 te Enkhuizen geboren. Zij woonde hier tot 1926, tot 1928 te Rotterdam en sinds haar huwelijk te Nieuwveen (Z.-H.), Purmerend en Vught (N.-Br.). Zij overleed 5 Juli 1938. Haar laatste manuscript Een menschenhart had zij in April voltooid.
Na een aantal kleinere publicaties verschenen van haar sinds 1918: Tusschen de golven, Menschen uit 'n stil stadje, Sterke webben, Achter het anker, Het wazige land, Duivelsnaaigaren, Als een bes in een hofje, Strakke dagen, De Zondaar, Tijne van Hilletje, Het Prinsesje van het Groene Eiland, De ontmoetingen van Rieuwertje Brand, De domineesvrouw van Blankenheim, Grillige Schaduwen, Harlekijntje, In de witte stilte, Naakte waarheid, Oude kennissen, De ijzeren greep, Hunkering, Ik verwacht het geluk, Tusschen twee droomen, Liefde, Tusschen de menschen, Bruggenbouwers.
Als biographie verscheen: Frans van Dam Alie van Wijhe-Smeding in haar letterkundigen arbeid.
Dr. P.H. Ritter Jr. gaf 10 Juli 1938 in zijn gedachteniswoord voor de A.V.R.O. over Alie van Wijhe-Smeding als samenvattend oordeel: ‘Er was een sterke levensdrang in deze merkwaardige vrouw, die haar tot een zeer productieven letterkundigen arbeid heeft gedreven en een neiging tot protest, die haar tot veel-omstreden publicaties bracht als “De Zondaar” en “Naakte Waarheid”, waarmee zich het algemeen Nederlandsche begrip van voegzaamheid niet kon vereenigen. Indien zij eenmaal gegrepen werd door een onderwerp, door een gevoel