Psalmen, lof-sangen, ende geestelike liedekens
(1661)–Willem Sluiter– AuteursrechtvrijDes boetveerdigen toevlucht tot Christum.
Discantvs.
Gantsch treurigh en ver-sla-gen Is mijne ziel, ô Heer,
Om dat ik all' mijn dagen Ge sondigt hevb'-soo-seer.
Mijn misdaet is ge-wassen, Tot aen den hemel, hoogh:
O! kond' ik trane-plas-sen Uyt-stor- ten uyt mijn oogh!
Men kan dit ook singen op de wijse van Psalm 130. uyt de diepten, ô Heere. Of; Psalm 128. Saligh is hy bevonden. Of; Wacht auf ihr Christen alle. Of; Freuwt cuch, ihr lieben Christen. Of na de Masijke, gestelt op onse Gesangen; Hoe vrolik end hoe heuglik. Fol, 20. Ghy die des Houwliks banden, Fol. 38. 1.
Ga naar margenoot+ Gantsch trourigh en verslagen
Is mijne ziel, ô Heer,
Om dat ik all' mijn dagen
|
|