Psalmen, lof-sangen, ende geestelike liedekens(1661)–Willem Sluiter– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 53] [p. 53] Psalm CXXX. Op de wijse van Psalm 130. Vyt de diepten, ô Heere. Of na de Musyke, ende Sangkwysen, gestelt op 't naest-volgende Gesangh. 1. 'k Roep' uyt de diepe gronden Van mijn elend' en smert, O Heere, t' allen stonden, Tot u met mont en hert. O Heere, wilt doch hooren Mijn stem, wanneer ik spreek: Laet gunstighlik uw ooren Aenmerken mijn gesmeek. 2. Soo ghy, ô Heer, de sonden Soo nauw wilt gade slaen: Wie sal dan t' een'gen stonden In uw gericht bestaen? Maer by u is vergevingh, Op dat men dies te meer Voor u met vrees' en bevingh Magh wandelen, ô Heer. 3. Ik wil den Heer verwachten, Mijn ziel verwachtet hem, 'k Hoop' op de sterke krachten Van syn beloft en stem. Mijn ziel vol angst en sorgen Wacht hert'lik op den Heer, Veel meer dan na den morgen De wachters, ja veel meer. [pagina 54] [p. 54] 4. Dat Israël lankmoedigh Op Godt ook hoop' en beyd', Want hy is overvloedigh Van heyl en goedigheyd. Vorige Volgende