Jeremia's klaag-liederen(1687)–Willem Sluiter– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Aan de Nederlanders. O Nederlanders, die door treuren ‘t Hert schijnt te bersten en te scheuren, En die door droefheit niet en kondt De woorden brengen uit uw mont: Kom laat u Sluiter die ontsluyten; Zo zult gy heil’ge treur-zang uytten En klagen met zo droeven stem En over ‘t schoon Jerusalem Dien grooten Man Godts konde weenen: Want uwen toestant, noot en steenen Gelijkt byna tot op een hair, Als of ‘t Jerus’lems droefheit waar. Ja wiert daar een Propheet gevonden, Die hare plagen, schand’, en zonden, Haar dertelheit, en overdaat, Kon treurig zingen op de maat; Gy hebt ook zo een dreunend Dichter, Een Zielen-hoeder, levens-stichter, Die u met hert, en pen, en mont, In prooz’ en Rijm Godts wil verkondt. Volgt gy sijn Leer en vast gelove, Gy erft ‘t Jerusalem hier boven. H. Sweerts. Vorige Volgende