Gezangen van Heilige en Godtvruchtige stoffe
(1687)–Willem Sluiter– Auteursrechtvrij
[pagina 314]
| |
Onnutte quel-geest uytgedreven.
Stem: Hoe soud' ik dees' elend'ge dagen.
| |
[pagina 315]
| |
Zijt in hem vrolik als een helt,
In spijt van alles dat u quelt.
Gy hoeft uw hert geen vreugt t'onthouwen, Ga naar voetnoot+
Soo lang gy hebt een vast vertrouwen
Op hem en sijnen heyl'gen Naem,
Al treft' u schoon veel leets te saem.
3. Soo, soo, laet Davids harpe quelen, Ga naar voetnoot+
En desen boosen geest uyt speelen,
Soo dat hy van my wijke verr',
En soo niet haest weer komen derr'.
Wech boose quel-geest, laet my rusten,
En my in mijnen God verlusten, Ga naar voetnoot+
Die my seer haest maekt vry en bly
Als sijnen Geest komt over my.
4. Mijn Godt, ik doe u 't hert wijt open
Ey laet daer op doch zijn gedropen
Uws Heyl'gen Geestes soetigheit,
Die al 't gebeent met vreugt verspreit. Ga naar voetnoot+
Laet yd'le dingen my nooit quellen,
Noch geen bekommernis ontstellen
Dan d'heyl'ge droefheit om mijn sond,
Die mijn ziele maekt gesond.
5. Ik kan niet na mijn eygen wille
't Ontstuymig herte maken stille,
Dewijl het niet is by den mensch Ga naar voetnoot+
Sijn wech te richten na sijn wensch.
Gy die den storm-wind doet bedaeren, Ga naar voetnoot+
En d'holle dolle water-baeren,
Kond ook mijn hert, wanneer 't u lust,
Wel stellen haest in vreugd en rust.
6. Mijn God, gy hebt mijn wee-geschreijen Ga naar voetnoot+
Verandert in gejuych en reijen;
Gy hebt mijn droefheits saek ontschort,
En my met blijdschap om-gegort.
Op dat mijn eer u psalmen singe, Ga naar voetnoot+
En niet en swijg' of haer bedwinge:
| |
[pagina 316]
| |
Ja Heer mijn God, in eeuwigheid
Sal ik zijn tot uw lof bereid.
|
|