Gezangen van Heilige en Godtvruchtige stoffe
(1687)–Willem Sluiter– AuteursrechtvrijAnders, tegens haet en ongelijk, van de Weerelt geleeden.Stem: Och arme Weerelts kind.
GY die des Weerelds haet
Onschuldig op u laet,
Gy die betigt werd van het quaed,
Daer gy altijt navolgt het goed,
Zijt dog getroost en wel gemoed:
2. Die vroom is en oprecht,
Onschuldig ende slecht,
Heeft allen laster weder legt.
Een goet geweten zy uw vreugt
In 't midden van uw ongeneugt.
3. Laet varen uw gesucht:
d'Oprechte niet en vrucht
Voor eenig quaet en valsch gerucht:
Sijn hert is vast al-even-seer,
Altijt betrouwend' op den Heer.
| |
[pagina 313]
| |
4. Sijn hert wel onderstut Ga naar voetnoot+
Door 't Goddelijk beschut,
En sal niet lichtlik zijn bedut
Door ydle vreese: tot dat hy
Sijn lust sie aen sijn weer-party.
5. Des vromen trouwigheit Ga naar voetnoot+
En sijn gerechtigheit
Bestaet tot in der eeuwigheit.
Sijn naem vergeet men nimmermeer,
Sijn hoorn sal zijn verhoogt in eer.
6. De goddeloose sal Ga naar voetnoot+
Aensien dit vreemt geval,
En braken toorn als bittre gal.
Sijn tanden knerssen, en hy smelt:
Als sijnen wensch wert neer gevelt.
7. Vertrouwt maer met ootmoet Ga naar voetnoot+
Steeds op den Heer, en doet
Volstandelik alleen het goet,
Bewoont de aerd, en voed en weid
U altijt met getrouwigheid.
8. Verlust u in den Heer, Ga naar voetnoot+
Soo sal hy meer en meer
U geven uwes herts begeer.
Beveelt den Heer al uw bestel,
Vertrouwt hem hy sal 't maken wel.
9. En hy sal zijn bereit Ga naar voetnoot+
Om uw gerechtigheit
Te doen voortkomen met bescheit
Gelijk den middag in 't gesicht,
Uw recht gelijk het heldre licht.
|