Gezangen van Heilige en Godtvruchtige stoffe
(1687)–Willem Sluiter– AuteursrechtvrijAls het Kruys der Geloovigen langduurt, staet aen Gods gunste nochtans niet te twijffelen.
Stem Psalm 106. Dank God, want hy is vriendelijk.
| |
[pagina 281]
| |
Beproeft zijn in verdrukkings gloet.
2. Al scheen 't schoon of u Godt verliet Ga naar voetnoot+
En gantsch vergaet', hy doet het niet,
Maer denkt wel ernstig aen uw kermen, Ga naar voetnoot+
Beroert wert hem sijn ingewant,
Hy sal sich sekerlick ontfermen,
En bieden tot uw hulp sijn hant.
3. Gy zijt hem doch een troetel kint, Ga naar voetnoot+
Een dierbaer Soon die hy bemint;
Des Vaders liefde sal niet mind'ren, Ga naar voetnoot+
Wanneer hy lang kastijt en tucht
Sijn eygen alderliefste kind'ren,
't Welk eynd'lik geeft veel vreugt en vrucht. Ga naar voetnoot+
4. Siet Jesum aen, bespot, gehoont, Ga naar voetnoot+
En met een doorne kroon gekroont,
Ja aen het kruys-hout vast geslagen;
Al hangt hy daer alsoo ten toon,
De Vader heeft sijn wel-behagen Ga naar voetnoot+
In hem als in sijn liefste Soon.
5. Doen Joseph in den Kerker lag, Ga naar voetnoot+
En gansch geen menschen hulp en sag,
Was immers daer des Hemels Heere
Noch met hem, ja hy hielp hem uyt,
En bracht hem tot veel staet en eere:
Hoe wonderbaer was Godts besluyt! Ga naar voetnoot+
6. Aenschouwt den eersten Martelaer, Ga naar voetnoot+
In grooten noot, in lijfs gevaer,
Ja totter doot met smaet gesteenigt;
Hy was ter selver uur nochtans
Met Godes liefd' en gunst vereenigt,
Die hem bestraelde met sijn glans. Ga naar voetnoot+
7. Doen Lazarus vol van getreur Ga naar voetnoot+
Soo deerlik lag voor 's Rijken deur,
Van alle menschen hulp versteken,
| |
[pagina 282]
| |
Hoe is in dees' sijn arme staet,
Tot aller treur'gen troost, gebleken,
Dat God hem lief hadd' in der daet?
8. Soo drukt dan in uw meeste smert
U selve desen troost in 't hert,
Dat gy Godts kint sult zijn en blijven.
Versoeking kan geen Kintschap weer
Uyt 't Vaderlijk gemoet verdrijven,
Maer wel bevest'gen dies te meer.
|
|