Gezangen van Heilige en Godtvruchtige stoffe
(1687)–Willem Sluiter– Auteursrechtvrij
[pagina 121]
| |
Onser sonden swaere straf, Ga naar voetnoot+
Niet uyt nood-dwang, maer alleen
Door uw' liefd' heel on-gemeen. Niet
2. Leert my, na uw wel-behagen,
Doch de waere lijdsaemheyt,
Dat ick magh geduldigh dragen
Alle kruys en tegenheyt,
Welck my in dit aerdsche dal
Treft, of immer treffen sal.
3. Van de uur van uw geboorte,
Tot uw sterven aen het kruys,
Leed gy aller pijnen soorte: Ga naar voetnoot+
Nergens waert gy als te huys,
Maer gy aller dingen Heer
Gingt als ballingh op en neer.
4. Selfs de Vossen hadden holen, Ga naar voetnoot+
En de Vog'len haeren nest,
Maer gy most elendig dolen,
Over al gedruckt, geprest.
Ja hadt niet in 's weereldts rond
Daer gy 't hooft neer-leggen, kond.
5. Heer, dewijl gy soo geduldig
In uw gantsche leeven waert,
Soo ben ick, uw dienst-knecht, schuldig Ga naar voetnoot+
U te volgen onvervaert,
Ick, wiens sond al menigmael
Heeft verdient de helsche quael.
6. 'k Wil my tot uw kruys begeven,
Dat ick my aldaer verkoel,
| |
[pagina 122]
| |
Als ick d'hitte van dit leven,
Als tot sweetens toe, gevoel.
Die uw kruys houdt in 't gesicht,
Dien valt alles sacht en licht.
|
|