Gezangen van Heilige en Godtvruchtige stoffe
(1687)–Willem Sluiter–
Auteursrechtvrij
Stem: Psalm 8. Of twee verssen voor een. Psalm 18. 32. of 4
| |
[pagina 113]
| |
 De groote smert van uwes Heylands lijden;
Zijn wonden, zijn gebreck, en groten nood,
De pijne van zijn Mart'laerschap en dood.
2. Het hooft, waer voor der Englen-scharen beven,
Met Doornen is gesteken en doordreven: Ga naar voetnoot+
Het aengesicht, dat vriendlick straelt in 't hert,
Ontreinight door der boosen spouwsel wert. Ga naar voetnoot+
3. Sijn oogen vol van Goddelijcken luister
Die werden in den dood heel bleeck en duister: Ga naar voetnoot+
Sijn ooren, daer in klonck der Englen lof, Ga naar voetnoot+
Aenhooren nu der sondaers schimpen grof.
4. Sijn soete mont, sijn lieffelijcke lippen, Ga naar voetnoot+
Daer 't minste quaed quam nimmermeer uit slippen,
Die drenckt men nu met Edick ende Gal;
En wat hy spreeckt, dat acht men niet met al. Ga naar voetnoot+
5. De voeten aen wiens voet-banck wert gebeeden,
Die tot ons' hulp op d'aerde quamen treden,
Die werden nu verachtelick en slecht
Met nag'len aen het kruise vast gehecht. Ga naar voetnoot+
6. De handen, die soo groote krachten deden, Ga naar voetnoot+
Sijn uit gestreckt, als sonder krachten heden:
Het Lichaem, dat Godts Tempel is vol eer, Ga naar voetnoot+
Is (moe van pijn) doorsteeken met een speer.
7. Soo datter niet in hem is vry gebleven
Dan sijne Tongh, die bidt om het vergeven
| |
[pagina 114]
| |
Der sonden van het goddeloos gespuys,
Dat hem brengt door ontwetentheid aen 't kruys.
8. Hy die staeg met den Vader heerscht daer boven
Wert hier beneen van 't sondigh volck verschoven
Godt lijdt, Godt sterft, Godt stort sijn eygen bloet;
O Christen ziel, siet wat hy om u doet.
9. Groot was de breuck en kranckheit onser sonden,
Die niet dan door het bloet van sijne wonden
Geholpen en genesen konde zijn;
Ons' groot gevaar blijckt uyt de Medicijn.
10. O Jesu, laet uw lijden in my wercken,
Dat ick daer uyt mijn sonden mach bemercken;
Op dat ick noyt uw dier-vergoten bloet
Onreyn en acht, noch trede met de voet.
|
|
