Gezangen van Heilige en Godtvruchtige stoffe
(1687)–Willem Sluiter– AuteursrechtvrijToevlugt der verslagen Ziele tot Christum.
Stem: Wanneer de Zon in 't Morgen-rood.
| |
[pagina 61]
| |
Verquikt met 's leevens stroomen. Ga naar voetnoot+
Kom tot my, Heere Jesu, nu,
Op dat ik komen kan tot u,
Zijnd' eerst tot my gekoomen.
2. Ick koom tot u genaden schoot,
Mijn Heiland, en mijn Heere,
Gy kent mijn suchten en mijn noot, Ga naar voetnoot+
Gy weet wat ick begeere.
Uw rijckdom en genade zijn 't,
Waer na mijn ziel soo ernstig quijnt,
Want in my selve ben ick
Gansch naeckt, elendig bloot en arm, Ga naar voetnoot+
Waerom dat ick rechtvaerdig karm:
Mijn nietigheid beken ick.
3. Tot u te naderen soo vry
Hebb' ick my onderwonden,
O goede Jesu, want in my Ga naar voetnoot+
En is niet goeds bevonden.
Soo 'k in my selfs wat goeds bevond,
Ick soud tot u na deeser stond
Soo hertlijck niet verlangen;
Maer ick ben niet, en gy zijt al:
Uw al-genoegsaemheid die sal
My vast aen u doen hangen.
4. Gy hebt voor my de wet voldaen, Ga naar voetnoot+
Gy hebt voor my geleden,
Gy zijt voor my ter dood gegaen,
| |
[pagina 62]
| |
Gy bidt voor my noch heeden.
Wat soud ick oit, na mijn begeer,
Van u verwachten konnen meer?
O liefd! o ingewanden
Der goetheid en barmhertigheid!
O mocht ick staeg, tot danckbaerheid,
In weder-liefde branden!
5. Ick bidd', o Jesu, dat gy wilt
Mijn yver staeg opwecken,
En my tot u soo goed en mildt
Met liefdens koorden trecken.
Tot dat ick vry van alle quael,
Met u uw Hemelsch Vreugden-mael
Sal houden in der waerheid;
En in uw Vaders Koninckrijck;
Met al uw dienaers te gelijck,
Aenschouwen uwe klaerheid.
|
|