Gezangen van Heilige en Godtvruchtige stoffe
(1687)–Willem Sluiter– Auteursrechtvrij
[pagina 20]
| |
Om een nieuw Lied te zingen
Zeedig in eer en deugd,
Vreedig in zoete vreugd,
Voor deeze waarde ga - sten,
Zoo 't maar genoegsaam pa - sten.
2. Doch licht sal m' ons verschoonen,
Want 't is om gunst te toonen,
Zedig in eer en deugd,
Vredig in soete vreugd.
Dies houden wy niet binnen.
't Geen ons speelt in de sinnen
3. Ey siet doch eens, hoe goed is 't!
Hoe lieflik en hoe soet is 't,
Zedig in eer en deugd,
Vredig in soete vreugd,
Alsoo te saem te woonen,
Om broederschap te toonen!
4. Hoe wel-kom zijn dees' vrienden;
O! dat wy haer soo dienden
Zedig in eer en deugd,
Vredig in soete vreugd,
En haer also opdischten,
Dat sy 't gemoet verfrischten!
5. Wy sullen daer na poogen
| |
[pagina 21]
| |
Na ons' gering vermoogen,
Zedig in eer en deugd,
Vredig in soete vreugd.
Ons' alderbeste gerecht is
Een hert dat gantsch oprecht is.
6. Wat helpen lekk're beten
Dien, die niet mogen eten
Zedig in eer en deugd,
Vredig in soete vreugd?
Die vrolik is van geeste, Ga naar voetnoot+
Leeft in geduer'ge feeste. Ga naar voetnoot+
7. Godt vult ons niet alleene
Met spijse, maer met eene
Zedig in eer en deugd,
Vredig in soete vreugd,
Met alles wat het herte
Verquikken kan in smerte.
8. Wilt ons met vreugd beramen:
Wat hoeft men 't sich te schamen,
Zedig in eer en deugd,
Vredig in soete vreugd,
Den geest vermoeyt door qualen
Somtyts eens op te halen?
9. Het is een gaav' des Heeren, Ga naar voetnoot+
Wanneer men t'syner eeren, Ga naar voetnoot+
Zedig in eer en deugd,
Vredig in soete vreugd,
Kan eten ende drinken,
En aen sijn werken dinken. Ga naar voetnoot+
10. Set droefheid dan ter zijde, Ga naar voetnoot+
En weest in hem nu blijde, Ga naar voetnoot+
Zedig in eer en deugd,
Vredig in soete vreugd.
Wat quelt ons met veel sorgen
D'onsek're dag van morgen.
11. Wy willen 't Godt bevelen, Ga naar voetnoot+
En hem met hel'dre keelen, Ga naar voetnoot+
Zedig in eer en deugd,
| |
[pagina 22]
| |
Vredig in soete vreugd,
Voor sijne goedheid singen,
Want hy geeft alle dingen.
12. Die 't op hem laet berusten,
Kan sich in hem verlusten,
Zedig in eer en deugd,
Vredig in soete vreugd,
Om dat hy sonder smerten
Hem geeft den wensch sijns herten.
13. In drinken en in eten
Sal Godt niet zijn vergeeten:
Zedig in eer en deugd,
Vredig in soete vreugd.
Sal 't all' daer toe gericht zijn,
Dat elk hier mag gesticht zijn.
14. Ja daer toe sal het strekken
Om 't hert meer op te wekken,
Zedig in eer en deugd,
Vredig in soete vreugd,
In 't liefelik aan-merken
Van Godes woord en werken.
15. Wy willen dankbaer, matig,
In all' ons' doen gesatig,
Zedig in eer en deugd,
Vredig in soete vreugd,
De spys en drank genieten,
Geen overdaed uitgieten.
16. De Wijn met maet geschonken,
En soberlik gedronken,
Zedig in eer en deugd,
Vredig in soete vreugd,
Elk na sijn lust en meugen,
Doet 's menschen hert verheugen.
17. Ik derv' een glaesje drinken,
Maer derv' ook daer by dinken
Zedig in eer en deugd,
Vredig in soete vreugd,
Hoe 't all in 's weerelds streke,
| |
[pagina 23]
| |
Gelijk dit glas, haest breke.
18. Dit sal ons' vreugd niet letten,
Maer meer ons' yver wetten,
Zedig in eer en deugd,
Vredig in soete vreugd.
Ons in bestand'ger saken
Ons selven te vermaken.
19. Om altyt op het meeste
Na 's Hemels eeuw'ge feeste Ga naar voetnoot+
Zedig in eer en deugd,
Vredig in soete vreugd,
Gevoelik te verlangen,
En vast aen God te hangen.
|
|