Buiten- eensaem huis- somer- en winter-leven
(1687)–Willem Sluiter– AuteursrechtvrijStem: Als de hooge nood by tijden. Of: Waerom soud ik niet vermaken. Aldus.
Ga naar voetnoot+Laet de wereldt haer vermaken
In haer kinderlijcke saken,
Ga naar voetnoot+Wy begeren beter vreugd,
| |
[pagina 77]
| |
Die Godt selfs ons heeft geboden,Ga naar voetnoot+
Vreugd, daer Iesus zijn genodenGa naar voetnoot+
Selfs mee aen sijn Disch verheugt.
2. Ieder sal na blijdschap talen;Ga naar voetnoot+
Maer daer s' is op 't meest te halen,
Komt een wereldts dwaes 'et minst.
Om veel winste sal hy swoegen. Ga naar voetnoot+
Maer de Godtsvrucht, vol genoegen,Ga naar voetnoot+
Is de grootst' en beste winst.
3. Recht doen, en Godtsalig leven,Ga naar voetnoot+
En sich tot Godts werck begeven,
Is den vromen t'aller tijdt
Enckel blijdschap en verquicking;
Maer den bosen is 't verschricking,
En een heimelijcke spijt.Ga naar voetnoot+
4. Zijn de wulpsche niet genegenGa naar voetnoot+
Tot de kennis van Godts wegen,
Is sijn woord hen tot een smaet,Ga naar voetnoot+
Hebben sy 'er lust noch treck toe,
Keeren sy 't van walg den neck toe,Ga naar voetnoot+
Ons verheugt het metter daet.Ga naar voetnoot+
5. Sou men niet van heyl'ge dingenGa naar voetnoot+
Hier beneen met blijdschap singen,
Daer selfs d'Eng'len, voor Godts TroonGa naar voetnoot+
T'saem vergaert by duysent troepen,
Heilig, Heilig, Heilig, roepen,
Dag en nacht al even schoon?Ga naar voetnoot+
6. Wat sal oock aldaer, na desen,
Anders ons genoegen wesen,
| |
[pagina 78]
| |
Ga naar voetnoot+Dan te staen voor sijn gesicht,
Ga naar voetnoot+Hem te loven en te prijsen,
Eeuwig eere te bewijsen,
Ga naar voetnoot+'t Licht t'aenschouwen in sijn licht?
Ga naar voetnoot+7. Wie sal sich dan niet verkloecken
Om sijn vreugt alhier te soecken
Ga naar voetnoot+In een werck, dat selfs aldaer
Onse vreugd en werck sal blijven?
Wech met ydel tijdt verdrijven,
't Geen men lang beklaegt hier naer.
8. Waer de tijd weerom te halen
Ga naar voetnoot+Daer men s' in de helsche qualen
Steeds herwenscht, met groot verdriet,
Niemant sou een uur passeeren,
Dan om Godt daer in te eeren:
Maer de na-klacht helpt daer niet.
Ga naar voetnoot+9. Ons staet noch de loop-baen open:
Laet ons daerom wacker lopen,
Ga naar voetnoot+Noit on-lustig, traeg of moe.
Ga naar voetnoot+Denckt, de deure der genade
Staet, met eeuw'ge schand' en schade,
Voor veel duisenden al toe.
Ga naar voetnoot+10. Goed doene moet ons noit te vroeg zijn.
Ga naar voetnoot+'t Moet ons heden al genoeg zijn,
Dat wy 's levens voor'ge tijd
Ga naar voetnoot+In veel ydelheyd en weelden,
Soo verspilde, en verspeelden,
Ga naar voetnoot+'t Geen ons nu tot schaemt gedijdt.
Ga naar voetnoot+11. Laet ons tijds gelegentheeden
Nu voortaen ter deugd besteeden.
't Is genaed' en gunst, dat wy
Ga naar voetnoot+Ons aldus in 't licht verheugen,
Ga naar voetnoot+En by 't licht noch wand'len meugen,
Eer 't rondom ons duister zy.
Ga naar voetnoot+12. Dat wy min aen 't sluim'ren raken,
Laet ons met malkander waken,
| |
[pagina 79]
| |
En soo Iesus jock en last.Ga naar voetnoot+
Na Godts wil en welp-behagen,Ga naar voetnoot+
Met eenpaer'ge schouders dragen,Ga naar voetnoot+
Onbeweegelijck en vast.Ga naar voetnoot+
13. Soo wy, eensaem, ons verquynen,Ga naar voetnoot+
Laet ons nu en dan verschijnen
Daer de vrome zijn vergaert,Ga naar voetnoot+
En malkaar met Lofsang stichten.Ga naar voetnoot+
't Kan te wonderlick verlichten,
Soo men daer sijn stem mee paert.
14. Onse werck, van Godt gepresen,Ga naar voetnoot+
Sal by hem niet ydel wesen.
Sekerlick daer is een loon,Ga naar voetnoot+
Dien hy uit gena sal gevenGa naar voetnoot+
T'saem in dit en 't ander leven,Ga naar voetnoot+
Soo wy doen na sijn geboon.Ga naar voetnoot+
15. Die 't profijt niet aen en mercken,Ga naar voetnoot+
Van haer stichtelijcke wercken,
Doen se sonder lust en moet;
Maer het aengenaem betrachtenGa naar voetnoot+
Van den loon, dien wy verwachten,Ga naar voetnoot+
Maeckt ons alles licht en soet.
16. Niemant kan hem iet vergelden:Ga naar voetnoot+
Maer die dus sijn glori melden,
Off'ren Gode waerlick danck,Ga naar voetnoot+
Welck door Iesus aengenaem is,Ga naar voetnoot+
Of men selve min bequaem isGa naar voetnoot+
Tot een weerd'ge lof en sanck.Ga naar voetnoot+
17. Wat's de tael der hemel-geestenGa naar voetnoot+
En der Engelen ten meesten?
Eer zy Godt in 't hoogste Koor.Ga naar voetnoot+
Heilig. Heilig, Heilig, singenGa naar voetnoot+
Al die daer sijn Throon omringen,Ga naar voetnoot+
Halleluja, na als voor.Ga naar voetnoot+
18. Iesus selfs heeft hier benedenGa naar voetnoot+
Om geen dinck soo seer gebeden,Ga naar voetnoot+
| |
[pagina 80]
| |
Als om d'Eere van Godts Naem,
Ga naar voetnoot+En beveelt het ons te gader;
Ga naar voetnoot+Want hy eerd' oock selfs sijn Vader
Ga naar voetnoot+Tot sijns levens lesten aem.
Ga naar voetnoot+19. Ia Godts eer en glori singen
Selfs de redenlose dingen,
En gaen all' ons hier in voor.
Ga naar voetnoot+Soo veel schepsels, soo veel monden
Ga naar voetnoot+Zijn er, die Godts lof verkonden
Al de wereldt door en door.
20. Sal 't dan niet van ons geschieden,
Ga naar voetnoot+Ach! hoe sullen wy ontvlieden,
Ga naar voetnoot+Als ons in Godts oordeel-dag,
Ga naar voetnoot+Welck vast nadert, dees' al t'samen
Ga naar voetnoot+Overtuigen en beschamen!
Elck doe nu dan wat hy mag/
21. D'eer sal tot ons weder keeren,
Soo wy hem behoorlick eeren,
Ga naar voetnoot+Mits hem onse goet niet raeckt,
Ga naar voetnoot+En wy hem met al ons' singen,
Loven, prijsen, niets toe bringen,
Ga naar voetnoot+Als in sich geheel volmaeckt.
Ga naar voetnoot+22. Godt is als de Son in luister,
Ga naar voetnoot+Die 't Veel-al bestraelt in 't duister,
En van geene saeck nochtans
Licht of luister hoeft t'ontfangen.
Ga naar voetnoot+Ia sijn singend' Eng'le rangen
Ga naar voetnoot+Krijgen soo van Hem haer glans.
Ga naar voetnoot+23. Zijn wy eer- of glori-suchtig,
Ga naar voetnoot+Hier, hier worden wy doorluchtig,
Ga naar voetnoot+Mits ons Godt verweerdigt heeft,
Ga naar voetnoot+Dat met onse niet'ge tongen
Ga naar voetnoot+Wordt sijn groote lof gesongen,
Ga naar voetnoot+Die van eeuw tot eeuwe leeft.
Ga naar voetnoot+24. Die Godt hier op aerden loven,
Ga naar voetnoot+Sullen eeuwig Hem daer boven,
| |
[pagina 81]
| |
In het hemelsch Paradijs,Ga naar voetnoot+
Sonder moe te worden, roemen.Ga naar voetnoot+
Met een lof hier niet te noemen,Ga naar voetnoot+
Op de soetste nieuwe wijs.
|
|