Mengel-digten(1750)–Aletta Beck– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 196] [p. 196] Voor den selven. HY die syn Schip bevragt, om voordeel te bejaagen; En meent, het is genoeg nu 't ruim is volgeslagen. En dan op Wind en Stroom niet let; maar aan den wal; Nu gaapt, en geeuwt, en suft, of kruipt in alle hoeken; Om daar wat nieuws, wat moois, wat lieflyks op te soeken: Is verder van zyn hoop, en nader aan zyn val. Vorige Volgende