Woord vooraf
Stammend uit een onderwijsgeslacht ben ik opgegroeid in het besef dat de school in het leven van mensen een basale doch cruciale rol speelt. In een maatschappij die is afgestemd op rendement en efficiëntie zal er echter voor gewaakt moeten worden dat onderwijs niet wordt gereduceerd tot opleiding. Scholing is in de eerste plaats vorming. Ik ben dankbaar voor de mij geboden mogelijkheid om als deelnemer aan het onderzoeksproject Nederlandse Literatuur en Cultuur in de Middeleeuwen aan de gedachtevorming hierover, toegespitst op het historischeliteratuuronderwijs, een bescheiden bijdrage te leveren.
Degenen die mij tijdens mijn onderzoek geruggesteund hebben, ben ik zeer erkentelijk. Wim van Anrooij, Wybren Scheepsma en mijn vader hebben het manuscript grondig doorgenomen en ik heb met hun bevindingen mijn voordeel kunnen doen. De Gratama-stichting te Harlingen heeft me tweemaal ruimhartig in de gelegenheid gesteld om door het schrijven van een schoolboek mijn theoretische beschouwingen aan de praktijk te toetsen; daarbij werd ik terzijde gestaan door een klankbord van leraren, die aan de totstandkoming van deze Tekst in Context-reeks hebben meegewerkt. Op die manier zijn Karel en Elegast en Reinaert de vos ontstaan, beide door Amsterdam University Press op inspirerende wijze uitgegeven. Dat de serie in het voortgezet onderwijs een goed onthaal krijgt, beschouw ik als een grote beloning.
Hoewel het schrijven van een dissertatie te boek staat als een eenzaam avontuur, prijs ik mij gelukkig zulks te hebben kunnen doen temidden van een stel fijne collega's. Mijn gewezen kamergenoot Wybren Scheepsma, die ik inmiddels tot mijn beste vrienden reken, dank ik daarbij in het bijzonder voor de vele waardevolle gesprekken, zowel topic als off-topic.
Mijn familie en vrienden hebben, veelal onbewust, een grote bijdrage geleverd aan het voorliggende boek. Door hun veelvuldig te moeten uitleggen wat ik nu eigenlijk aan het onderzoeken was, verkreeg ik zelf een scherper beeld van het te bereiken eindresultaat. Het aanhoudend moeten verklaren dat het proefschrift nu eindelijk echt bijna helemaal af was, gaf me de energie om het dan nu ook eindelijk echt helemaal te voltooien.
Mijn ouders ben ik zeer veel verschuldigd. Zij gaven mij, naast leven en liefde, een christelijke opvoeding. Mede daardoor is het historisch besef, waarvan ik het belang in dit boek herhaaldelijk naar voren breng, me met de paplepel ingegoten. Hun aanhoudende belangstelling en vertrouwen in de goede afloop zijn me door de jaren heen een grote stimulans geweest.