Het is aldus, dat hij het vaderlandsche drama verstaat, dat hij het immer zal verstaan.
Na deze verklaring, welke hij in vollen ernst aflegt, acht hij het schier overbodig hier bij te voegen, dat men ongelijk zoude hebben in de denk- of handelwijs van eenige zijner personaadjen de uitdrukking te zien van zijne persoonlijke gevoelens. Hij heeft zich beieverd die denk- of handelwijs weêr te geven, gelijk de geschiedenis ze vermeldt, zonder meer. De eenigste strekking, welke hij in zijn stuk verlangde te laten doorstralen, welke hij als de zijne erkent, is de vaderlandsche.
Hun, die hem zouden te laste leggen sommige karakters en feiten ten behoeve van deze of gene gezindheid te hebben gewijzigd, zal hij derhalve eenvoudig raden de geschiedenis, en in de eerste plaats de Histoire de Flandre des heeren Kervyn de Lettenhove na te slaan. Ziehier wat zij er onder ander over Jakob Peyt, den hoofdman der Karels van Bergen en Cassel, zullen lezen: ‘Celui de leurs capitaines dans lequel revivaient le plus énergiquement les fureurs impies des Saxons, se nommait Jacques Peyt: il conduisait les siens à l'assaut des châteaux en les engageant à égorger tous les chevaliers du parti du comte, et n'épargnait point les prêtres; il n'entrait jamais, disait-on, dans les églises pour y prier, et peut-être le sang qu'il repandait n'était-il à ses yeux qu'un holocauste expiatoire aux divinités proscrites de ses aïeux.’
‘Jacques Peyt, “zoo luidt het in eene biographie van Zannekin door den heer Jottrand, vader” Jacques Peyt souleva les bourgeois de Bergues-Saint Winnock et les rua tout à la fois sur les seigneurs et sur les prêtres. Ce chef d'insurgés disait que sa soif de vengeance était trop grande