Yoeng poe tsjoeng(1933)–J. Slauerhoff– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 18] [p. 18] Zeilend in den herfst In mijn rieten boot zeil ik heinde en ver, Mijn hart springt op bij den schok der golven, Door naakte takken zie ik den tempel in 't woud, Waar de steenbrug over den stortstroom buigt Grazen schapen, vlokkend in de oeverwei, Kraaien en eksters krijschen in den rook van 't dorp, Dit alles zie ik, hoor ik zeilende. Ruimtedronken weer thuis leeg ik den beker. Geesten, om offers krijschend in den avondwind, Deinzen terug voor mijn luidruchtig leed. (Lu Yu) Vorige Volgende