Yoeng poe tsjoeng(1933)–J. Slauerhoff– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 7] [p. 7] Wachten Mijn bootje is van dun riet Gebonden door vezels van lisch. Toch bevaar ik den stroom. Geen wachtlicht op de andere oever Alleen bewaakt door de poolster. Kom je niet? Jouw boot is van sterk hout. Deze stroom is nog lang niet De woeste Yang Tse en toch ben je bang. Kom je niet? Vorige Volgende